CORPUS
Oestgeest
Gemeente Dordrecht
Greiner Van Goor Huijten Architecten BV
Schouwburg Kunstmin in Dordrecht is gerenoveerd. De belangrijkste constructieve ingrepen waren het maken van een nieuwe toneeltoren, twee kelders en het uitgebreide funderingsherstel van het rijksmonument. Tijdens het ontwerp is bepaald dat er een volledig funderingsherstel noodzakelijk was voor de oorspronkelijke schouwburg uit 1890. Aanleiding was de scheurvorming die zichtbaar was in de buitengevels. Deze scheuren zijn ontstaan door zakkingsverschillen van de fundering. Het aantal aan te brengen palen en de posities van de palen zijn na een zorgvuldige analyse van de krachtswerking in het gebouw door IMd bepaald. Complicerende factor hierbij is de bereikbaarheid voor de (kleine) heistelling en de kwetsbaarheid van delen van het monumentale interieur.
De bestaande toneeltoren werd aangepast om te voldoen aan de huidige eisen voor het gebruik van de grote zaal en om grotere theaterproducties te kunnen faciliteren. De staalconstructie staat uiteindelijk op slechts zes “poten” om de toneelvloer zoveel mogelijk vrij te houden van obstakels. De nieuwe fundering van deze poten is door IMd geïntegreerd met het funderingsherstel van de bestaande metselwerk constructie.
Aan de voor- en achterzijde van het pand zijn kelders gemaakt. De kelders zijn gerealiseerd in bouwputten met damwanden en een spanningsbemaling. Het niveau van het oppervlaktegrondwater werd hierbij niet beïnvloed, een belangrijke randvoorwaarde in verband met de vele houten funderingen in de nabijheid. Tijdens de uitvoering werd middels peilbuizen op diverse locaties gemeten of de grondwaterstanden zich “gedragen” zoals voorspeld.
Ingenieurs die van wanten weten
Schouwburg Kunstmin in Dordrecht wordt gerenoveerd. De belangrijkste constructieve ingrepen betreffen het maken van een nieuwe toneeltoren, twee kelders en het uitgebreide funderingsherstel van het rijksmonument.
Tijdens het ontwerp is bepaald dat er een volledig funderingsherstel noodzakelijk is voor de oorspronkelijke schouwburg uit 1890. Aanleiding is de scheurvorming die zichtbaar is in de buitengevels. Deze scheuren zijn ontstaan door zakkingsverschillen van de fundering. Met name de hoek van de St. Jorisweg met het Matena’s pad bleek na meting behoorlijk verzakt.
Het aantal aan te brengen palen en de posities van de palen zijn na een zorgvuldige analyse van de krachtswerking in het gebouw door IMd bepaald. Complicerende factor hierbij is de bereikbaarheid voor de (kleine) heistelling en de kwetsbaarheid van delen van het monumentale interieur.
De bestaande toneeltoren wordt aangepast om te voldoen aan de huidige eisen voor het gebruik van de grote zaal en om grotere theaterproducties te kunnen faciliteren. De staalconstructie staat uiteindelijk op slechts zes “poten” om de toneelvloer zoveel mogelijk vrij te houden van obstakels. De nieuwe fundering van deze poten is door IMd geïntegreerd met het funderingsherstel van de bestaande metselwerk constructie.
Aan de voor- en achterzijde van het pand worden kelders gemaakt. De kelders worden gerealiseerd in bouwputten met damwanden en een spanningsbemaling. Het niveau van het oppervlaktegrondwater wordt hierbij niet beïnvloedt, een belangrijke randvoorwaarde in verband met de vele houten funderingen in de nabijheid. Tijdens de uitvoering wordt middels peilbuizen op diverse locaties gemeten of de grondwaterstanden zich “gedragen” zoals voorspeld.
Ingenieurs die van wanten weten