Zelfs nu iedere euro telt, worden er nog gebouwen ontworpen met een nodeloos complexe en dús te dure constructie. De totale bouwkosten zijn daardoor al snel procenten hoger dan nodig. Juist nu kunnen constructeurs dus hun toegevoegde waarde bewijzen. Maar dan moeten ze wel hun eigen creatieve oppositie durven te organiseren, schrijven ir. Pim Peters en ir. Remko Wiltjer vandaag in dagblad Cobouw.
Een slimme constructie kan projecten haalbaar kan. Normaal zit namelijk ongeveer een kwart van de bouwkosten in de draagstructuur. Een uitgekiende constructie bespaart daarop al snel 20 tot 30 procent. Maar het komt ook voor dat de helft of meer kan worden bespaard ten opzichte van een niet-slimme constructie.
De echte toevoegde waarde van een constructeur is het vermogen om een ontwerp in de brede zin van het woord beter te maken. Dat geldt voor vormgeving, techniek, uitvoering, kosten, planning en al die andere aspecten. Net als een goede voetballer zorgt de constructeur ervoor dat zijn ‘teamgenoten’ beter presteren, en daarmee het team als geheel.
Kwaliteitssystemen stellen vooral de bewaking van het proces centraal. Ook zijn er over het algemeen voldoende mechanismen om de kwaliteit van berekeningen en tekeningen te garanderen. Maar dat soort mechanismen moeten er ook zijn voor creativiteit, voor optimalisatie, kortom voor de essentie van het constructief ontwerp.
Op cruciale momenten moeten constructeurs de inhoudelijke kwaliteit van het ontwerp laten toetsen, aldus Peters en Wiltjer. Lees hier het volledige artikel in Cobouw.