Een goed ontworpen constructie verbetert de haalbaarheid, verlaagt de faalkosten én vergroot de duurzaamheid van gebouwen. Toch wordt die meerwaarde nog weinig onderkend, schrijven ir. Pim Peters en ir. Remko Wiltjer vandaag in een artikel in Cobouw. Vooral constructeurs moeten zich dat aantrekken.
De kwaliteit van veel constructies in Nederland is laag. Ook IMd constateert bij het uitvoeren van second opinions steeds vaker gebreken. Veel daarvan zijn het gevolg van lastminute-wijzigingen, bezuinigingen en slechte of te beperkte detailengineering. Maar die fouten in de uitwerking leiden af van de kern van de zaak: de kwaliteit van het constructief ontwerp zelf.
Een draagstructuur die aan de regels voldoet, is niet automatisch ook goede draagstructuur: een die naadloos past in het architectonisch ontwerp, eenvoudig te bouwen is, zo min mogelijk materiaal gebruikt en flink op de bouwkosten bespaart. Zo’n slimme constructie is al snel 20 procent goedkoper dan een niet-slimme.
Zo haalde IMd onlangs bij een second opinion 1,5 miljoen eurouit een plan, zónder de kwaliteit van het gebouw aan te tasten. De oplossing: een andere kolomstelling in de parkeergarage zodat een complexe, dure overgangsconstructie wordt voorkomen.Praten over constructies moet dus gaan over veel meer dan alleen veiligheid.
Constructeurs spelen een sleutelrol in dit ‘nieuwe denken’. Maar ook de rol van opdrachtgevers is cruciaal. Nu wordt een constructeur nog vaak gekozen op basis van ‘laagste prijs’. Maar in alle gevallen vertaalt die lage prijs zich in ‘minder doen’. Opdrachtgevers zouden in hun eigen belang daarom meer moeten kiezen op basis van toegevoegde waarde.
De winst door het beperken van faalkosten, materiaalbesparingen en verbeterde duurzaamheid weegt ruimschoots op tegen iets hogere advieskosten. Een constructie moet een gebouw overeind houden. Maar dat is maar één van zijn functies. Juist met al die andere krijgt de opdrachtgever waar voor zijn geld.
Klik hier voor het volledige artikel in Cobouw.