header image

“Eurocodes gevaar voor ontwikkeling constructeur”

Donderdag 29 september 2011

Vanaf 1 januari 2012 moeten constructieve berekeningen voldoen aan de Eurocodes. Maar die zijn zo complex en tijdrovend dat zelfs een eenvoudige som niet meer zonder software kan. En dat hulpmiddel wordt toch al veel te vaak gebruikt. Volgens Hielke Zuidwijk en Remko Wiltjer belemmeren computers de ontwikkeling van het fingerspitzengefühl van constructeurs, waardoor de kans op fouten toeneemt.

Constructeurs doen voor het maken van hun sommen steeds vaker een beroep op de computer. Maar met ieder programma en elke geavanceerde rekenhulp komen met name jonge constructeurs verder af te staan van de kern van het vak. Dat is namelijk niet alleen rekenen, maar vooral ook ontwerpen, nadenken en afwegen. Alleen dáármee is het mogelijk om die slimme, logische constructies te ontwikkelen waarmee de vakman zich onderscheidt.

Hoe paradoxaal ook, de essentie van het vak leert een constructeur niet op de technische universiteit of hogeschool. Daar wordt vooral de theorie onderwezen. En als er tijdens de studie wordt gerekend, wordt daarbij steeds meer gebruikgemaakt van computerprogramma’s, ook voor heel eenvoudige berekeningen. Studenten krijgen daardoor niet de kans een gevoel voor verhoudingen te ontwikkelen. Juist dat fingerspitzengefühl is een essentieel onderdeel van het vak.

Zonder een goed ontwikkeld gevoel weet een constructeur niet wat de uitkomst van al zijn geautomatiseerde berekeningen waard is. Fouten die bij de invoer worden gemaakt, blijven daardoor onopgemerkt. Zelfs kleine foutjes kunnen zo grote gevolgen hebben. In de praktijk komt het regelmatig voor dat jonge constructeurs niet doorhebben dat de uitkomst faliekant mis is. Ook hier geldt de bekende ict-uitdrukking garbage in, garbage out– stop je er ‘rommel’ in, dan komt er ook ‘rommel’ uit.

Het vak leren doe je maar op één manier en dat is door een flink aantal jaren ‘sommen’ te maken. Handmatig welteverstaan, met als enige hulp de eigen hersenen, pen, papier en – vooruit – een rekenmachine. Pas dan ontwikkelt een constructeur feeling met de materie, met belastingen, modellering, krachtswerking en de toetsing daarvan. En pas dan kan hij zich ook ontwikkelen tot constructief ontwerper.

Klik hier voor de volledige opinie

Overige berichten