Normontwikkeling is geen commerciële activiteit en moet niet volledig aan de markt worden overgelaten. Daarvoor is het maatschappelijke belang te groot; de veiligheid van mensen is ermee gemoeid.
Lees de op 1 juni 2023 gepubliceerde opinie van Paul Korthagen en Rob Stark in de Cobouw.
Constructieve veiligheid
Normen zijn een onmisbaar instrument in de bouw. Voor veilige, bruikbare en duurzame bouwwerken kunnen we niet zonder. Gezien het belang zou je verwachten dat normen worden geschreven door deskundige vakmensen. Maar de werkelijkheid is anders. We hebben het zo georganiseerd dat je moet betalen als je inhoudelijk wilt bijdrage aan de ontwikkeling van normen. De veiligheid van onze bouwwerken is daarmee in het geding.
Om te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit, een wettelijke plicht in Nederland, kun je gebruikmaken van normen, praktijkrichtlijnen (NPR’s) of technische afspraken (NTA’s). Het beheer en de publicatie hiervan zijn in handen van NEN. Omdat ontwikkelingen in de bouw niet stil staan – nieuwe producten en technieken komen beschikbaar, inzichten en eisen veranderen – moeten normen voortdurend worden doorontwikkeld: nieuwe normen moeten worden geschreven en bestaande normen moeten worden herzien. Om dat mogelijk te maken zijn kennis en ervaring nodig en hierbij is inbreng van de markt onontbeerlijk. We kunnen immers niet van NEN te verwachten dat het voldoende expertise in huis heeft.
Met inbreng vanuit de markt is niets mis. Daar zit immers de deskundigheid. En gelukkig zijn er doorgaans voldoende partijen bereid om tijd en energie te steken in normontwikkeling. Wat wel mis is, is dat bij de samenstelling van de normcommissies niet de deskundigheid bepalend is, maar vooral geld: partijen die willen deelnemen moeten daarvoor betalen.
Dat het ontwikkelen van normen geld kost en dat dus financiering nodig is, is evident. Maar die financiering moet worden losgekoppeld van de inhoudelijke input. Gebeurt dat niet, dan is de onafhankelijkheid en daarmee de kwaliteit in het geding. Partijen met een commercieel belang bij producten of technieken, zullen eerder geneigd zijn te betalen en kunnen daarmee dus een grotere stempel drukken op de inhoud van een norm. Wie betaalt bepaalt. Daar tegenover staat dat misschien wel essentiële kennis van partijen die niet bereid zijn te betalen, niet wordt meegenomen.
Compromis
Een enkele keer, als vanuit NEN wordt bepaald dat kennis van een bepaalde partij niet mag worden gemist, wordt als compromis een pro forma factuur gestuurd van € 0. Het lijkt een sympathieke oplossing, maar het principe blijft onjuist: bij deelname aan een normcommissie moet het überhaupt niet over geld gaan.
Normontwikkeling is geen commerciële activiteit en moet niet volledig aan de markt worden overgelaten. Daarvoor is het maatschappelijke belang te groot; de veiligheid van mensen is ermee gemoeid. In de ideale wereld wordt normontwikkeling van gemeenschapsgeld betaald. Of dat haalbaar is, is maar zeer de vraag. Als alternatief is financiering vanuit de markt op zichzelf ook denkbaar, zolang er maar geen directe geldstroom plaatsvindt vanuit individuele partijen naar individuele normen. In plaats daarvan kan financiering worden geregeld vanuit een algemeen fonds, waaraan partijen uit de bouwsector evenredig bijdragen.
Er zijn dus gelukkig best oplossingen voor deze zeer onwenselijke situatie. Maar die oplossingen kunnen niet door de bouw alleen worden afgedwongen, daarvoor is het te veel een politieke kwestie. Wat we wel kunnen doen is een vuist maken. Laten we beginnen met het opstellen van een breed gedragen manifest. Wie doet er mee?
Paul Korthagen en Rob Stark
IMd Raadgevende Ingenieurs
Bron: Cobouw