Bij hergebruik van bestaande gebouwen moet de draagstructuur leidend zijn, niet de nieuwe functie. Dat is de kern van het artikel dat de IMd’ers ir. Remko Wiltjer en ing. Hielke Zuidwijk op 17 december in Cobouw hebben gepubliceerd. Constructeurs moeten uitgaan van de mogelijkheden van een constructie, en die vervolgens maximaal laten presteren.
De potentie voor hergebruik is enorm. Minimaal 900 gebouwen in Nederland staan leeg of hebben slechts een tijdelijke functie. Leegstand heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid van de buurt en is daarmee ook een maatschappelijk probleem. Toch krijgen in Nederland gebouwen nog maar mondjesmaat een tweede leven.
Sloop en nieuwbouw winnen het vaak van renovatie. En dat terwijl transformatie vooral voordelen biedt: het is duurzamer dan zelfs de duurzaamste nieuwbouw, heeft een kortere bouwtijd en is ook veel goedkoper. Maar daarvoor moet wel aan één belangrijke voorwaarde worden voldaan.
Partijen moeten onderkennen dat hergebruik een totaal ander soort opgave is dan nieuwbouw. Niet de nieuwe functie moet centraal staan, maar de kansen en beperkingen van de bestaande constructie. Effectief hergebruik betekent ‘meebewegen’ met de constructie, oftewel gebruikmaken van de aanwezige potentie.
De constructeur is bij hergebruik dan ook als eerste aan zet, nog vóór de architect. Met een frisse blik kan deze precies in kaart brengen wat de mogelijkheden zijn: welke functie wel, of juist niet geschikt is, wat de kosten zijn en met welke eenvoudige ingrepen een groot nieuw potentieel kan worden aangeboord.
Hergebruik is dé bouwopgave voor de komende jaren. Constructeurs kunnen daarmee hun toegevoegde waarde tonen: oplossingen die veel meer mogelijk maken dan gedacht. Ruim 90 procent van de leegstaande gebouwen in Nederland onttrekt zich nu aan het zicht van plannenmakers. Hoogste tijd dus om in actie te komen.
Klik hier voor het volledige artikel in Cobouw.