Hoe gek het misschien ook klinkt: regels op het gebied van brandveiligheid maken gebouwen niet altijd veiliger. En soms worden ze wél veiliger, maar ook veel duurder –duurder althans dan met alternatieve oplossingen die net zo veilig zijn. Stop met het slaafs volgen van ‘de regels’, zegt Rob Stark. Hij pleit voor meer ingenieursdenken in plaats van het huidige regeltjesdenken.
Regels op het gebied van brandveiligheid zijn geen doel maar een middel. Vrijwel niemand zal het met die stelling oneens zijn. Toch lijkt dat in de praktijk soms wél het geval. Oplossingen zijn vaak nodeloos complex, maar vooral ook duurder dan nodig. Adviseurs houden zich vaak krampachtig vast aan ‘de regels’. Dat gebeurt meestal uit angst dat bij eventuele afwijkingen daarvan hun oplossing – en daarmee het project – geen groen licht van de brandweer zal krijgen. Onlangs kwam ik weer een sprekend voorbeeld tegen.
Het gebouw zou iets groter dan 1000 vierkante meter worden. En dus was er volgens ‘de regels’ een brandscheiding nodig, zo stelde de adviseur. Zo’n bouwkundige, constructieve scheiding is een dure oplossing die ook nog eens het gebruik belemmert. Door in plaats daarvan de geplande gang vijf meter langer te maken, zou er naar twee kanten gevlucht kunnen worden. Met dit kleine stukje extra gang, dat prima in het ontwerp paste, was het gebouw voor een fractie van de kosten minstens zo veilig, zo niet veiliger, én ook nog eens beter bruikbaar.
Begrijp me goed: ik ben niet tegen regels en normen. Maar het zijn vooral denkrichtingen en geen concrete oplossingen. De achterliggende gedachte, het doel ervan, dáár gaat het om. Bij brand is dat op de eerste plaats de veiligheid van gebruikers én brandweerlieden. Nooit kunnen alle afwijkingen die zich in de praktijk voordoen, in normen worden gevat. En dus moet je in het gebruik ervan de lenigheid van geest – het ingenieursdenken – hebben om ervan af te wijken als dat verstandig is.
Er op voorhand al van uitgaan dat de brandweer een slimmere, gelijkwaardige en soms zelfs betere oplossing niet zal accepteren, is een onderschatting van de kennis en kunde van brandweermensen. Tegelijkertijd is het ronduit zonde om hun kritisch vermogen, hun ervaring en verstand van zaken niet actief te gebruiken. Betrek de brandweer juist bij het ontwikkelen van brandveilige oplossingen, en doe dat vooral ook tijdig. Dat zou het motto moeten zijn. Overigens is voor die betrokkenheid nóg een goede reden.
Vaak is de brandweer zelf maar zeer zijdelings – of soms zelfs niet – betrokken bij het opstellen van brandveiligheidsnormen. Normcommissies worden in de regel gedomineerd door wetenschappers, onderzoekers en leveranciers van bouwproducten. Meestal ontbreken degenen die dagelijks worden geconfronteerd met de gevolgen van een norm, zoals dus de brandweer, maar ook ingenieurs. Onlangs werden er bijvoorbeeld twee nieuwe normen voor brandscheidingen gepubliceerd. Binnen de brandweer wordt over de inhoud daarvan nog flink gediscussieerd. Toch worden er inmiddels al cursussen gegeven in het gebruik ervan.
Niet toevallig gaat het seminar dat de Technische Commissie Brandveiligheid (TC3) morgen organiseert dan ook over diezelfde brandscheidingen. De titel: ‘Samen werken aan brandveiligheid’. Die samenwerking – tussen ingenieurs, brandadviseurs en brandweermensen – is een belangrijke voorwaarde om uiteindelijk die slimme, kosteneffectieve, vernuftige oplossingen niet alleen te ontwikkelen, maar ook in de praktijk toegepast te krijgen. Zonder die samenwerking zal regeltjesdenken hoogtij blijven vieren.
Ing. Rob Stark (r.stark@imdbv.nl) is constructief ontwerper en directeur-eigenaar van IMd Raadgevende Ingenieurs en voorzitter van de Technische Commissie Brandveiligheid (TC3) van Bouwen met Staal.
De Technische Commissie Brandveiligheid (TC3) van Bouwen met Staal organiseert morgen, vrijdag 16 mei, in Enschede het seminar ‘Samen werken aan brandveiligheid’.