In Den Haag is de transformatie begonnen van het voormalige hoofdkantoor van Shell tot luxe appartementencomplex. Zoals altijd bij functiewisseling, speelt de bestaande constructie een hoofdrol. Pas die zo min mogelijk aan, zegt IMd. Dat spaart tijd en vooral veel geld. Zo ook in dit geval.
Gebouwd in 1968, gefundeerd op staal met een tweelaagse ondergrondse parkeergarage en twee bouwdelen van zeventien en zes lagen – dat is het voormalige Shell-complex aan de Haagse Oostduinlaan. Vertrekpunt bij de transformatie was zo min mogelijk aanpassingen aan de bestaande constructie. Daartoe heeft IMd architect Cepezed een aantal ‘spelregels’ meegegeven. Waar kun je wel eenvoudig schachten en sparingen maken, waar niet.
Zo kunnen in de hoogbouw dragende wanden eenvoudig worden omgebouwd tot een kolom-balkenstructuur, nodig voor een goede woningindeling. Om diezelfde reden wordt de voorzijde over de volle hoogte met drie meter uitgebreid. Het daarvoor ontworpen stalen frame hangt deels aan het betonskelet en is deels gefundeerd op de parkeergarage. Ondanks het extra volume zijn daarvoor geen aanpassingen aan de fundering of de stabiliteitsvoorzieningen nodig.
De laagbouw wordt gesloopt, althans de zes voorlopige kantoorverdiepingen. De bestaande kelder die overblijft, wordt gebruikt als fundering voor zes nieuwe woonlagen. Ook wordt de tweelaagse ondergrondse parkeergarage ‘opgetopt’ met een extra parkeerlaag. Bovenop het dak daarvan, wordt een park aangelegd. Ook voor al die ingrepen zijn geen aanpassingen aan de fundering nodig – een enorme kostenbesparing.
IMd heeft ten slotte met de nodige complexe berekeningen aangetoond dat de bestaande constructie brandveilig is, oftewel de vereiste minuten brandwerendheid haalt. Dat is eenvoudiger als het klinkt. Vaak zijn de toetsende instanties bij transformaties namelijk niet snel van de veiligheid overtuigd en zijn dure voorzieningen nodig. Die kunnen in dit geval achterwege blijven.